Ik las de zin “passanten in de
tijd”. Ik was op slag verliefd op die diepzinnige woorden. Natuurlijk weet ik
als geen ander, wat passanten zijn. Passanten zijn voor mij de mensen die in de
zomer onze haven passeren en voor een korte tijd bij ons bivakkeren. Zij zijn passanten,
die voor het moment deelgenoot zijn van onze omgeving en onze tijd.
We zijn ook passanten van elkaar, we
treffen elkaar. Ieder loopt zijn eigen pad en zo nu en dan kruisen die paden
elkaar. Dan passeren wij de levensloop van de ander. En altijd is er invloed,
het kan niet anders. Passanten, voor korte tijd of langere tijd in je leven
maken deel uit van je leven.
In het leven zijn wij de passanten,
van geboorte tot dood, zijn wij de passanten hier op aarde. We zijn gasten in
de tijd. We vullen die tijd met wat er en passant op ons pad komt.
Als we vandaag dan toch de diepte
ingaan, vraag ik me af: zijn wij de constante en passeert de tijd ons? Of is de
tijd er altijd en zijn wij de passanten.
De enige constante is verandering,
meldt een wijs gezegde. Niets maar dan ook niets is er constant, noch de tijden
noch de passanten. De tijd is onze passant. En wij zijn de passanten in de
tijd.
Lees dit nog maar eens, dat heb ik
ook gedaan.
Hotske, 1 oktober 2012.