maandag 10 juli 2017

Het grote waarom.


Zaterdagochtend, ik zie hem fietsen, een klein ventje. In zijn hand een vishengel. Hij fietst het dorp uit, op zoek naar een visplek. Een rugzakje mee, met vast een boterham en een pakje drinken ofzo. Hij gaat vissen. Stoer en alleen de wereld in, op zijn manier. Ik hoop dat hij wat vangt, maar ik hoop vooral dat hij nog lang mag vissen. En zelfs als oud mannetje zijn hengel uit mag gooien aan de waterkant. Maar niet iedereen wordt oud, sommigen van ons halen de gemiddelde leeftijd niet, of worden niet eens vijftig. En een enkeling wordt niet eens tien jaar.
En wij snappen dat niet, hebben de grote waaromvraag. Zeker als de dood dichtbij is, dan vinden we het niet eerlijk. Ook al is het leven dat voorbij is zinvol geweest en heeft diegene volop geleefd nog altijd vinden wij dat de dood te vroeg komt.

Lang geleden vertelde iemand mij een metafoor, het leven is als een borduurwerk. Wij zien alleen de achterkant, de aan- en afhechtingen, de knopen, de losse draadjes, de warboel van kleuren. Alleen als je heel goed kijkt, kun je een patroon zien. Je mag er op vertrouwen dat de voorkant een prachtig geheel wordt, maar zolang je bezig bent met de draden van je leven is dat niet zichtbaar.