maandag 5 december 2016

Op de bonnefooi.


Hij belde. Het was een Duitser, “kan ik met de boot komen”, vroeg hij. Dat kan altijd, maar ik moest even doorvragen voor ik wist wat hij wilde. Komende zomer, de tweede week van juli had hij een boot gehuurd en wilde graag één nacht reserveren. Mijn gedachten gingen naar zonovergoten zomerse dagen. Ik zag de huurboot al aan komen en ook weer vertrekken, want één nacht is één nacht.

Ik zei tegen hem, maar wat als je het nou naar de zin hebt en drie nachten wilt blijven. Ik vertelde er maar niet bij dat het wel eens kan onweren of dat het soms dagenlang hoge Noordenwind is en dat je dan veilig in een haven wilt blijven. Hij moet natuurlijk ook niet benauwd worden.

De boot was gehuurd, dat is klaar, maar dan acht maanden vooruit weten waar je de tweede woensdag van juli met die boot afmeert? Het gaf mij enge kriebels, want eigenlijk moet je de vrijheid tegemoet gaan, varen waar de wind je brengt ook al heeft jouw boot geen zeilen. Leven in dat moment van vakantievieren en ’s morgens bedenken wat je die nieuwe dag wilt.

Er zijn verschillende soorten bootjesmensen, wie wil reserveren die reserveert en wie op de bonnefooi komt, komt maar langs. De Duitser komt in ieder geval in de tweede week van juli. Drie nachten heeft hij nu bij jachthavens vastgelegd, de andere dagen doet hij op de bonnefooi. En dat betekent; op goed geluk, op goed vertrouwen.