maandag 4 augustus 2014

Tips en goedbedoelde adviezen.


Zo midden in het zomerseizoen kan ik niet de volle aandacht bij elkaar schrapen om de dikke zaterdagkrant te lezen. Het blijft bij de zogenaamde koppen en een enkele alinea. De vaste columnisten hebben vakantie, dus dat scheelt. Maar dan in de achterste bijlage; twee pagina’s groot, staan daar schrijftips. Er wordt ergens een literair zomerschrijfkamp gehouden en ervaren schrijvers geven alvast tien tips.

Mijn honger om deze tips te lezen is moordend. Schrokkend naar slimme adviezen en gretig om de gouden tip te vinden, verslind ik de woorden. De eerste van de indrukwekkende rij tips zegt; begin met schrijven. Het is de meest simpele tip! Maar ook zo waar. Als je wilt schrijven, schrijf dan. Dit geldt trouwens voor alles, als je wilt zingen zing dan, wil je reizen; reis! Wil je ooit nog eens zwemmen met dolfijnen, organiseer dat dan! Dus als je een boek wilt schrijven, dan moet je gewoon beginnen met het eerste woord.

Ik lees verder, taxerend of een tip iets betekent voor mij en ik kom bij het laatste punt. Daar staat, het staat er echt, “durf op te geven”. Doormodderen en huilend in een hoekje zitten met een verfrommeld kladblok en een pen waar het topje is afgekauwd, is inderdaad niks. Maar je moet het toch proberen? Keulen en Aken zijn ook niet op één dag gebouwd.

Tips en goedbedoelde adviezen zijn echt goed bedoeld. Maar je leert vooral door het zelf te doen. Dat is met alles zo, echt met alles. Peuters weten dat, daarom roepen zij ook de hele dag; kan ‘t zélf wel!


Hotske