maandag 23 december 2013

Haar prins.


Ik kwam het stel tegen. Op de weg. Ik moest door twee voorruiten kijken om hun gezichten te zien. Maar desondanks zag ik dat het meisje straalde, en ook niet zo’n beetje. Ik kwam hen tegen op de brug, we reden allemaal langzaam en het was niet moeilijk om te zien dat het meisje smoorverliefd was op het ventje dat naast haar zat. Samen zaten ze knus in het kleine autootje, zo’n 45 kilometerwagentje.

En ik vroeg me af, of ze had gedroomd over een prins op het witte paard, of over snelle jongens met mooie rode sportauto’s. Of over een leuke buurjongen met een cabriolet. En of ze zichzelf had gezien met wapperende haren op zonovergoten dagen, naast de prachtigste heren in auto’s zonder dak?

Misschien had ze het geluk al gevonden en wist ze dat snelle jongens ook weer snel vertrekken en dat witte paarden alleen maar een oude heer uit Spanje brengen. Waarschijnlijk was ze gewoon gelukkig met de liefste jongen van de hele wereld.

En wist ze allang dat geluk van binnen zit en niet in knappe koppies en dure auto’s.

Hotske.