maandag 8 april 2013

Driehonderd euro.



Ik had een drukke dag. Op het laatste moment herinnerde ik mij dat ik nog iemand driehonderd euro moest betalen. Ik reed naar de bank die mij zeer dierbaar is. Ik heb er jarenlang mijn dagen gevuld met het overhandigen van bankbiljetten, klanten kwamen hun geld toen gewoon opnemen aan de balie.

Ik pinde zoals wij dat tegenwoordig normaal vinden. Ik kreeg zelfs de keuze uit coupures. Ik koos voor zes briefjes van vijftig. Ik wachtte tot het apparaat mij het geld in handen gaf. Even stond ik daar met het papier in de hand. Want in Cyprus is het niet vanzelfsprekend dat geldautomaten geld spuwen. En dichterbij: via internet betalen leek afgelopen dagen ook niet meer zo vanzelfsprekend.

Ik stond daar even naar de zes briefjes te kijken. Vroeger vertegenwoordigde het papieren geld de waarde van goud opgeslagen bij de Nederlandse bank. Nu is het een briefje, dat een virtuele waarde aangeeft. Geld is allang niet meer het ruilmiddel waar het voor bedoeld was. Voor banken is het een product geworden. En wij slaven van de mammon, (=geld en rijkdom) wij hebben die briefjes en de pinautomaten nodig, anders kunnen we niet eens een brood kopen.

En ik kan ook echt niets bedenken wat ik kan ruilen om mijn schuld van driehonderd euro te voldoen. Daar heb ik zes briefjes voor nodig.

Hotske Batteram.